Cultuurverschillen tussen Griekenland en Nederland
Griekenland en Nederland, als Europese landen, hebben geen zorgen over technologie en infrastructuur. Zo kunnen we landen vergelijken aan de hand van 5 Hofstede-criteria: afstand tot macht, individualisme vs. collectiviteit, mannelijkheid vs. vrouwelijkheid, onzekerheidsvermijding en lange- vs. korte-termijnoriëntatie.
Afstand tot stroom
De afstand tot de macht is een criterium dat de aanvaarding door de bevolking van de ongelijke machtsverdeling tussen de sociale klassen en de werknemers, en dus van de arbeidsverhoudingen, evalueert.
In Griekenland heeft de verdeling van de macht veel invloed en de onderverdeling in hiërarchieën wordt door iedereen aanvaard, zodat ongelijkheden tussen klassen bijna universeel worden aanvaard en zij dienen om de sociale positie en het respect dat moet worden betoond, vast te stellen. In feite heeft Griekenland het laagste misdaadcijfer van Europa. Ook respect voor ouderen is essentieel.
In Nederland daarentegen is de afstand tot de macht veel kleiner dan in Griekenland, wat betekent dat de bevolking minder veeleisend en toleranter is op het gebied van werk. Er is meer communicatie tussen werknemers en superieuren, die op de hoogte willen blijven van veranderingen en wijzigingen in het bedrijf. Ongelijkheid en controle worden afgekeurd.
Individualisme vscollectivisme
Het tweede criterium waarnaar wij kijken is individualisme; dit betekent de betrokkenheid die de werknemers bij het bedrijf hebben en of zij zich individueel of loyaal tegenover het bedrijf gedragen.
Griekenland is een vrij collectivistisch land, kinderen zijn gewend vanaf hun geboorte deel uit te maken van een groep, waardoor stabiele relaties met veel vertrouwen ontstaan. Daarom zijn mensen ook op het werk zeer open, beschikbaar en maken zij het mogelijk een omgeving van communicatie en duurzame relaties te creëren. Het is dus niet nodig te zeggen dat groepswerk beter is dan individueel werk.
In Nederland is de samenleving meer gericht op individualisme, we zorgen eerst voor onszelf en dan voor anderen, teamwerk wordt goed gezien, maar we worden beloond voor de behaalde resultaten en dit zet mensen ertoe aan zich te verdelen en de concurrentie tussen collega’s te vergroten. In feite werkt de maatschappij met wederzijds voordeel en persoonlijke carrières remmen de loyaliteit die uit groepsvorming zou voortvloeien.
Mannelijkheid VS vrouwelijkheid
Het derde criterium is mannelijkheid of vrouwelijkheid: het gaat hier om de levensidealen die mensen ertoe aanzetten beslissende keuzes te maken. Als een land de neiging heeft mannelijk te zijn, betekent dit dat de bevolking meer gericht is op competitie, resultaten en succes. Als een land daarentegen naar vrouwelijkheid neigt, zullen de mensen meer idealen hebben over levenskwaliteit en sociale samenwerking, dus respect en aandacht voor anderen.
In de Griekse samenleving is er een evenwicht tussen vrouwelijkheid en mannelijkheid, normaliter wordt er rekening gehouden met het succes en de zorg van het gezin, aangezien in Griekenland het gezin een zeer belangrijke rol speelt, maar dit sluit de vorming van grote groepen niet uit en er is geen gebrek aan verdraagzaamheid tegenover vreemde volkeren of tradities.
Nederland is een zeer vrouwelijk land, mensen scheiden hun privé- en beroepsleven zeer sterk en zijn zeer voorzichtig met de verhouding tussen die twee. In het hele land heerst een grote mate van solidariteit, openheid en gelijkheid. Wij geven er de voorkeur aan de dingen rustig en kalm te bespreken. Bovendien wordt, vooral op het gebied van de arbeid, geen onderscheid gemaakt tussen de rechten van mannen en vrouwen.
Vermijding van onzekerheid.
Het vierde criterium dat wij analyseren is het vermijden van onzekerheid. Dit criterium beoordeelt de manier waarop een land of samenleving beslissingen neemt om met de toekomst om te gaan, met de zorgen die op een onbekend moment kunnen ontstaan.
De Grieken zijn een volk dat niet van het onverwachte houdt en zich liever op alle mogelijke veranderingen voorbereidt. Eerbiediging van de wet is essentieel en afwijkingen van de norm worden niet licht opgevat. Misschien is dat de reden waarom Griekenland de laagste wanbetalingsquote in Europa heeft.
Nederland kent ook een hoge mate van onzekerheidsvermijding, een hoog niveau van respect voor normen en de wet. Het werk is gebaseerd op starre principes; regels en tijdschema’s zijn strikt en er is een zekere intolerantie ten opzichte van ideeën buiten de ideologieën van het land. Punctualiteit, innovatie en veiligheid zijn gebieden waar grote zorg aan wordt besteed en waar mensen zeer aan gehecht zijn.
Lange-termijnoriëntatie VS korte-termijnoriëntatie
Het laatste criterium is de oriëntatie op lange of korte termijn, waarbij het gaat om het vermogen van de bevolking maar vooral van de ondernemingen om zich aan veranderingen aan te passen. Een oriëntatie op lange termijn betekent dat men maatschappelijke culturele verschuivingen aanvaardt en verandering omhelst. Anderzijds betekent een korte-termijnoriëntatie gehechtheid aan culturele tradities en dus aan de wortels van het land.
In dit criterium toont de Griekse samenleving zich in een neutrale positie, zij vindt het niet erg zich aan te passen en nieuwe tradities en manieren van leven te aanvaarden, maar de Griekse bevolking blijft ook zeer gehecht aan de oude cultuur en wortels van het land. Daarom zie je in Griekenland een mengeling van het oude en het moderne, met veel archeologische overblijfselen zoals de tempel van Athena in het centrum van een ontwikkelde stad als Athene.
Anderzijds heeft Nederland een toleranter aanpassingsgevoel dan Griekenland, de bevolking heeft bijna geen problemen met het verwerken van culturele omwentelingen en het zich aanpassen aan veranderingen. Bovendien is er een grote neiging tot sparen en beleggen.
Conclusie
Dit zijn, in het kort, de sociaal-culturele verschillen tussen Griekenland en Nederland, maar deze analyse werkt niet op individuele basis, maar houdt rekening met de brede tendensen van een bevolking, met al haar complexiteit.